Ezel ontwormen / entingen
INENTINGEN
Laat uw ezels jaarlijks inenten tegen tetanus en influenza. Het voorjaar is de beste periode, vooral als ze ook in contact komen met andere ezels of paarden. Influenza is een ernstig griepvirus, dat zeer besmettelijk is. De patiënt heeft koorts, tranende ogen, een snotterige neus en zal regelmatig hoesten. De dieren voelen zich ziek en zwak. De mate waarin de symptomen zich uiten is mede afhankelijk van de algehele gezondheidstoestand. Bij jonge, oude of verzwakte ezels kan influenza een dodelijke afloop hebben. Over het algemeen hebben ezels er meer last van dan paarden. Omdat de besmetting plaatsvindt via de luchtwegen moet u contact vermijden met ezels en paarden die niet geënt zijn.
De dierenarts ent uw ezel doorgaans met een cocktail die naast influenza ook tetanus (of klem) voorkomt. Tetanus wordt door een bacterie veroorzaakt die bijvoorbeeld in de wei of mest te vinden is. Maar om zich verder te ontwikkelen, heeft deze bacterie een diepe wond nodig met verval van weefsel en weinig tot geen zuurstof. De bekende wond in dit soort gevallen wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door een roestige spijker. Diep, maar zo smal dat er weinig zuurstof bij kan.
Als de bacterie eenmaal de kans krijgt zich te ontwikkelen, komen er gifstoffen los die de ezel zeer pijnlijke en langdurige krampen bezorgen. Het sterftepercentage ligt rond de 80 procent.
Ezels die voor het eerst geënt worden, moeten na drie maanden een herhalingsprik krijgen. Wacht u langer dan drie maanden, dan werkt de enting niet.
Behalve tegen influenza en tetanus worden fokezels en dieren op maneges of pensionstallen geënt tegen het rhinopneumonievirus. Dit tast de luchtwegen aan met neusuitvloeiing tot gevolg. Drachtige merries kunnen hierdoor hun veulen verwerpen, zelfs nog maanden na de genezing.
EZEL ONTWORMEN
Steeds vaker laten paard- en ezelbezitters elke drie tot vier maanden een mestonderzoek uitvoeren. Dit in plaats van de traditionele ontwormingskuur. Het tellen van eitjes tijdens een mestonderzoek voorkomt dat wormen resistent worden door het overvloedig toedienen van de ontwormingspasta. De beste remedie tegen wormen in het spijsverteringskanaal is nog altijd een goede hygiëne. Ruim mest in de stal en wei dagelijks op om ernstige besmetting te voorkomen.
Elke ezel draagt sowieso verschillende soorten wormen met zich mee. Die hebben allemaal hun eigen levenscyclus en zolang het aantal beperkt blijft, kan dit geen kwaad. Maar wordt de infectie te groot, dan gaat de conditie van de ezel achteruit. De weerstand zal verminderen, de ezel vermagert terwijl de buik dik blijft, de vacht wordt dof en stug. Ook kan de ezel lusteloos en chagrijnig worden en daarbij diarree krijgen en bloedarmoede terwijl de eetlust verdwijnt.
Voor een beter begrip van het ezel ontwormen is het goed dat u de levenscyclus van wormen kent. Wormeneitjes bevinden zich in de mestballen. Terwijl de mest in het gras ligt, komen de eitjes uit. De larven kruipen naar de toppen van de grassprieten in de buurt en zodra de ezel hier graast, krijgt hij de larven binnen. Eenmaal verorberd, ontwikkelen de larven zich tot wormen. Ze beschadigen de darmwand, andere organen en bloedvaten en ze produceren nieuwe eitjes. Deze worden vervolgens weer via de mest uitgescheden en zo begint de cyclus opnieuw.
Om het aantal wormen binnenin uw ezel in toom te houden, kunt u uw wei beter niet bemesten met verste mest als uw ezels ook in dit deel van de wei lopen. Ontworm verder nieuwe ezels voordat u ze bij uw andere dieren zet. Laat uw ezels ook niet te lang in dezelfde weide grazen, hooguit drie tot vier weken. Als de ezels in een andere wei staan, kunt u schapen in de wei laten staan waar de ezels niet grazen. De schapen nemen nu de larven op, maar zij worden er niet ziek van.
Jonge ezels hebben doorgaans meer last van wormen dan de oudere dieren. Daarom is het belangrijk om de veulentjes van jongs af aan zeer regelmatig te controleren en indien nodig te behandelen. Begin bij de veulens op een leeftijd van zes weken en hou maandelijks in de gaten hoe het ervoor staat, tot ze een jaar zijn. Sommige eigenaren houden hun ezels ’s winters op stal met beperkte uitloop. Laat de mest dan nakijken vlak voordat ze naar de wei verhuizen en andersom als ze ’s winters terugkomen op stal om te kijken of het ezel ontwormen nodig is.
De besmetting met longworm is een apart verhaal. Vooral bij paardeneigenaren slaat de schrik om het hart bij het idee om ezels en paarden samen te weiden. Het is bekend dat de longworm veelvuldig voorkomt bij ezels, maar bij ezels zijn symptomen zoals hoesten niet nadrukkelijk aanwezig. Toch wordt ook bij ezels wel degelijk schade aangebracht door de longworm. Voornamelijk in de longen. Besmette paarden hoesten wel en moeten met spoed worden behandeld. Gebeurt dit niet, dan kunnen de gevolgen inderdaad zeer vervelend zijn. Het betekent echter niet, dat paarden en ezels niet
bij elkaar gehouden kunnen worden. Zorg ervoor, dat u een goed ontwormingsmiddel gebruikt. Een middel met ivermectine (bijv. Eqvalan of Furexel) bestrijdt alle wormen, inclusief longwormen en horzels.
Horzels zijn een soort steekvliegen. Ze moeten samen met wormen bestreden worden omdat ezels horzeleitjes uit hun vacht oplikken waardoor de eitjes in de maag terechtkomen. De eitjes hechten zich aan de maagwand en veroorzaken spijsverteringsproblemen en maagklachten.
Kortom raadpleeg uw dierenarts als de conditie van uw ezel(s) achteruit gaat en laat regelmatig een mestonderzoek doen. Dit onderzoek is ongeveer even duur als een spuit met ontwormingspasta.